Henry Seebohm over Samojeden en hun honden op de Europese toendra (zomer 1875)

interne link   (gebruik de browserknop om terug te gaan)

decoratie thumbnail

mail to oldsam.info for information on this site

spacer

"De Samojeden zijn bewezen experts in het gooien van de lasso. In de linkerhand hielden zij een klein trosje touw, in de rechterhand het meerendeel. De lasso werd met een onderhandse worp - en in het algemeen al succesvol bij de eerste poging - over de hoorns van het dier gegooid.
De linkerhand werd dan stevig tegen de zij gedrukt om de schok van de plotselinge ruk van het rendier in volle galop naar het dijbeen over te brengen.

Nentsy met lasso
Nentsy met lasso

Wanneer een rendier zichzelf gevangen zag, deed het in het algemeen wanhopige pogingen om te vluchten, maar lag al vaak binnen een paar seconden naar adem te snakken. De Samojeed begon dan het touw binnen te halen of, wanneer het bijna in zijn volle lengte was uitgerold, kwam een andere Samojeed erbij en haalde het touw dichter bij het dier in.
Dichterbij gekomen pakte hij de hoorns vast en met en zijwaartse draai duwde hij het dier naar beneden op de sneeuw. (...........). Zodra het rendier alleen gelaten was deed het wilde pogingen om op te staan en te lopen; en soms lukte het hem een paar passen te gaan.
Merkend dat hij zijn krachten had verspeeld met zijn verwoede pogingen om te ontsnappen, rustte hij in het algemeen een tijdje met zijn ellebogen op de sneeuw om uiteindelijk rustig te gaan liggen.

Een twaalftal rendieren waren al gauw op de grond. Het tafereel werd bepaald opwindend; de rendieren renden alsmaar in cirkels in het rond.
De honden die aan de slede waran vastgebonden blaften woedend, en wilden zichtbaar hun deel hebben aan de jacht. De honden die door de Samojeden geselecteerd waren om te helpen hen binnen lassobereik van de rendieren te brengen, renden er verwoed op af op commando van hun bazen, wiens luide schreeuwen aan de opgewondenheid van het tafereel bijdroegen.
Soms rende er een kudde rendieren over een plek waar de sneeuw niet in staat was hun gewicht te dragen; en het was boeiend om te aanschouwen hoe zij snoven en ploeterden.

Het vangen van rendieren met de lasso
Het vangen van rendieren met de lasso
(illustratie uit Henry Seebohm:'Siberia in Europe')

De groter het aantal gevangen dieren werd, de moeilijker werd het tevens om de weinige overgebleven dieren van de vijftig die aan de Rus toebehoorden te identificeren, en de Samojeden met de lasso's reden snel op hun sleden in het rond om binnen het bereik te komen van de dieren die zij wilden hebben.
De rendieren bleven bij elkaar, als er een zich uit de groep losmaakte werd er een hond achteraan gestuurd die hem weer snel terugbracht. Op een zekere manier vertonen de rendieren een gelijkenis met schapen; waarheen de een ook gaat, de rest zal proberen te volgen.

In deze kudde bestond het grootste aandeel uit vrouwtjes (vah'shinka), met goed gewei die zij niet afwerpen tot de jongen haar verlaten hebben
Slechts een paar waren mannetjes (horre), hun nieuw gewei kwamen net tevoorschijn. Degenen die hoofdzakelijk voor de slede gebruikt werden, waren gecastreerde rendieren, ook zonder gewei. Sommige van de geweiloze dieren sprongen dwars door de lasso terwijl anderen bij de poten werden gevangen. (...............)

De honden waren allen wit behalve één die zwart was.
Het waren stevig gebouwde kleine dieren, zoiets als de Pommerse hond, met vosachtige koppen en dik borstelig haar, hun staart omhoog over de rug gedragen en naar een kant gekruld."
Henry Seebohm: Siberia in Europe. London, 1880 blz 65-67